Tisja be’Av

Tisja be’AvTisja beav

Tisja be’Av (Hebreeuws: תשעה באב – de negende av), de nationale rouwdag om het verlies van beide Tempels wordt in sjoel uit de Profeten het visioen van Jesaja voorgelezen als haftara, waarin Jesaja Israels zonden vlak voor de verwoesting van de Eerste Tempel beschrijft. Onze generatie leeft echter in de nasleep van de verwoesting van de Tweede Tempel. De eerste ballingschap duurde slechts 70 jaar, het huidige galoet inmiddels bijna 2000 jaar.

Oorlog

De Romein Pompejus had 133 jaar eerder het Joodse land veroverd. Judea werd toen een Romeinse provincie. De toestand in Judea zou gunstig hebben kunnen zijn, zelfs nadat het Joodse land een vazalstaat van Rome geworden was. De Romeinen stonden de Joden een grote mate van zelfstandigheid toe door hun politiek om zich zo weinig mogelijk te bemoeien met de interne aangelegenheden van de overwonnen provincies.De Romeinen werden echter wreder in hun politiek.

De vernederingen, waaraan de Joden onder de Romeinse procura­toren blootstonden, provoceerden met name de Zeloten steeds meer. De Zeloten waren de ‘haviken’ uit die tijd en predikten de opstand tegen de Romeinse bezet­ter.

De Talmoed (Joma 9b) legt echter de vinger op de zere plek: “We weten dat de Joden in de periode van de Tweede Tempel de Tora bestudeerden, de geboden naleefden en ook op het intermenselijk vlak de naasten­liefde beoefenden. Waarom werd de Tempel dan toch verwoest? Omdat ze on­danks alles haatdragend waren. In de periode van de Eerste Tempel zondigden de Joden openlijk, zodat hen ook het einde van hun diaspora in Babylonië geopen­baard werd. De onverdraagzaamheid uit de Tweede-Tempelperiode zat onder­huids, kwam niet naar buiten – in het openbaar leek men vriendelijk voor elkaar – zodat ook het einde van het tweede galoet verborgen bleef”.

In iedere generatie wezen de Chagamiem (Geleerden) ons op het feit, dat de tweede Tempel verwoest werd vanwege de onderlinge haat en onverdraagzaamheid, die het Joodse volk verdeeld hield. Zodra deze negatieve gevoelens ophouden, zal de Tempel herbouwd worden.

De periode van drie weken voorafgaande aan Tisja be’Av staat bekend als been hametsariem en begint met de 17de Tammoez, tevens een vastendag. In tegenstelling tot het vasten van Tisja be’Av,dat van zonsondergang tot de volgende avond duurt,is het vasten op de 17de van Tammoez alleen gedurende de lichturen, dus van zonsopkomst tot zonsondergang.

Verder leest men uit het Tenach het Bijbelboek Klaagliederen (Eecha), van de profeet Jeremia en leest men zowel ’s avonds als ’s ochtends kinnot, lange rouwgedichten ter herinnering aan de rampen die aan de dag ten grondslag liggen.


Chazal (Yoma 9b) tells us that the destruction of the second Beit HaMikdash was a result of שִׂנְאַת חִנָּם (baseless hate). Tisha B’Av commemorates the destruction of both Temples which happened on the same day. Because of the sin of the spies (Bamidbar 14:29) which is the root of Tisha B’Av Chazal (Ta’anis 29b) tell us that because the Jewish people cried for no reason that they would cry for generations when the time of Tisha B’Av came upon them.

Believers in Moshiach Y’shua should ask themselves what does Tisha B’Av mean to them? R. Sha’ul in 1Corinthians 6:18-20 and 1Corinthians 3:16-17 tells us that our bodies are Temples and that the Shekinah of G-d dwells in it. With this in mind we should meditate upon the events of Tisha B’Av to understand that like our ancestors of old we too could be at risk of having our Temple destroyed!