Sjawoe’ot (Hebreeuws: שבועות) Het is tevens het einde van de omertelling. Zeven weken na de uittocht uit Egypte kregen de Joden de Tora; daarom heet Sjawoe’ot ook: zeman mattan Toratenoe – het tijdstip van het ontvangen van de Tora.
De Omertelling (in het Hebreeuws:Sefirat Ha’omer) dit is de verbale telling, die gepaard met het opzeggen van een zegening van de 49 dagen tussen Pesach en Sjawoe’ot (Wekenfeest).
Zoals dit o.a. bepaald is in: “Dan zult u voor uzelf tellen van de dag na de Sjabbat, van de dag waarop u de Omer van de beweging brengt: zeven volle weken zullen het zijn; tot de dag na de zevende Sjabbat zult gij tellen, vijftig dagen”. – Wajikra/Leviticus 23:15,16
“Ook de dag van jom habikoeriem (dag van de eerstelingen), als u op uw Sjawoe’ot (Wekenfeest) van Adonai een nieuw graanoffer aanbiedt, moet u een mikra kodesj (heilige samenkomst) houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen.” – Bemidbar/Numeri 28:26
Sjawoe’ot is het slotfeest van de voorjaarfeesten.
“Zeven weken moet u voor uzelf aftellen. U moet de zeven weken beginnen te tellen vanaf het moment dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren. Daarna moet u het Sjawoe’ot (Wekenfeest) houden voor de Eeuwige, uw God. Wat u geven moet, is een vrijwillige gave van uw hand, naar de mate waarin de Eeuwige, uw God, u zegent. En u moet u verblijden voor het aangezicht van de Eeuwige, uw God, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, de Leviet die binnen uw poorten is, en de vreemdeling, de wees en de weduwe die in uw midden zijn, op de plaats die de Eeuwige, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen. En u moet gedenken dat u een slaaf geweest bent in Egypte en deze verordeningen in acht nemen en houden.” –Devariem/Deuteronomium 16:9-12
Sjawoe’ot betekent: Wekenfeest, naar de zeven weken die gesteld worden vanaf Pesach tot het ontvangen van de Tora op Sjawoe’ot. Dit herinnert ons aan de ingrijpende gebeurtenis die plaats vond bij de berg Sinai. Sjawoe’ot duurt twee dagen. Het is de gewoonte melkproducten te eten, bijvoorbeeld kaastaart, en de ingaande nacht van Sjawoe’ot door te leren uit de Tora. Het Jodendom wil benadrukken dat hoewel de Tora ons toen gegeven is, het aan elke individuele Jood is de Tora elke dag, waar dan ook ter wereld, te ontvangen.
Tijdens Sjawoe’ot is de sjoel met bloemen versierd, en dan vooral de heilige ark waar de Torarollen in opgeborgen zijn en de biema, de verhoging waarop de lessenaar staat waar de Tora gelezen wordt. Tijdens sjachariet worden extra gebeden gezegd waaronder het Aramese Akdamut en wordt er uit de Tora gelezen: op de eerste dag Exodus 19:1-20:23, en op de tweede dag Deuteronomium 14:22-16:17. De maftir leest op de eerste dag Numeri 28:26-31, en de haftara is op de eerste dag Ezechiël 1:1-18 en 3:12. Op de tweede dag leest de maftir hetzelfde als op de eerste dag, maar de haftara is dan Habakuk 2:20-3:19.
Verder wordt het bijbelboek Ruth gelezen waarmee men ook de relatie met het oogstaspect van dit feest wil aangeven.
Ruth verlaat net als Avraham het land van haar geboorte en het huis van haar vader zie Gen.12:1, om te gaan naar een onbekend land, maar waarvan ze voelt dat God haar heen leid. Ruth is een symbool van alle mensen, in een worsteling om verandering.
We weten allemaal wat het uitgangspunt van het boek Ruth is: “Uw God is Mijn God”. Ruth heeft de ware God omhelsd. De God van Avraham, Jitschak en Ja’akov. Zij deed dit alles uit vrije wil.
Het boek Ruth laat ook de zorg zien voor de armen en weduwen. Maar belangrijker is, dat men hierin leest, dat de volkeren ook tot het volk van Israël gaan behoren door de losser, Go’el.
De statement van de vreemdeling: “Toen zeide zij: Zie, uw schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en haar goden; keer terug, uw schoonzuster achterna. Maar Roet zeide: Heb. תִּפְגְעִי, Dring er bij mij niet op aan, dat ik u in de steek zou laten, door van u terug te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God; waar gij zult sterven, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Zo moge Adonaj mij doen, ja nog erger: voorwaar, de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en u.” – Ruth 1:15-17
Voor Israël is het profetisch, dat de volkeren onder de heerschappij van de Messias komen.
Studies Sjawoe’ot
Basar B’chalav (Do Not Mix Meat With Milk)
https://youtu.be/tTI8n-IP5Zg
It is a tradition among the Jewish people to celebrate Shavuot with dairy only. The Torah in Parashas Mishpatim (Sh’mot 23:19) gives the command how to fulfill the mitzvah of Bikkurim (first fruit) which is offered on Shavuot. At the end of verse nineteen the Torah states: “לֹא-תְבַשֵּׁל גְּדִי, בַּחֲלֵב אִמּוֹ,” You shall not boil a kid in its mother’s milk.
What does not boiling a kid in its mother milk have to due with the Bikkurim of Shavuot, and how does this relate to the tradition of dairy only on this Chag?